Opera is niet voor iedereen, het is voor een clubje intellectuelen dat meer wil dan een avondje amusement. Met die insteek namen José Maria Florencio en Marek Weiss in 2008 een armzalig Pools operahuis onder handen. Inmiddels is het budget verdubbeld, zitten de zalen vol en is de band met het publiek versterkt. Een blik in de keuken van de Baltische Opera.
Of je het nu eens bent met de visie van Florencio en Weiss of niet, vooralsnog boeren ze goed. Een jaar of drie geleden was de Baltische Opera, gevestigd in het noordelijke Gdansk, het armste theater van het land. Er waren geen sterren, geen goede musici, geen interessante producties. De zalen waren leeg, het budget miniem. De manager van het huis zat met de handen in het haar en vroeg zijn vriend Marek Weiss om hem te helpen. Weiss, die zijn sporen verdiende als artistiek directeur van onder meer de nationale opera in Warschau, stelde als eis dat het budget verdubbeld werd en ging aan de slag. De tot Pool geneutraliseerde Braziliaanse dirigent José Maria Florencio ging met hem het avontuur aan. Tweeëneenhalf jaar later is de Baltische Opera één van de snelst ontwikkelende operahuizen van Polen. De voorstellingen kunnen rekenen op gevulde zalen, het budget is gegroeid van 7 naar 16 miljoen en het huis begint zich steeds meer te roeren buiten de landsgrenzen. Roer Ter ge